Stipendium Bottelier

Het Stipendium Bottelier ondersteunt Nederlands plantenonderzoek in binnen- en buitenland. Deze beurs is bedoeld ter bevordering van de kennis in alle gebieden van de botanie van celbiologie tot ecologisch veldonderzoek.

 

Wat financieren we?

We financieren vooral kosten die studenten en promovendi maken voor hun onderzoek of stage, zoals reis- en verblijfkosten en aanschaf van materialen tot een bedrag van € 750. Bij de beoordeling selecteren we aanvragen voor ondersteuning in kosten die niet gemakkelijk door andere fondsen gesubsidieerd worden.

Voorwaarden
  1. Aanvrager is student of promoveert aan een Nederlandse universiteit. Je hoeft geen lid te zijn van de KNBV
  2. Bij je aanvraag stuur je een (samenvatting van) een onderzoeksplan mee
  3. Je geeft een presentatie over je onderzoek en noemt de KNBV
  4. Bewaar bonnetjes en/of houdt ritten bij. Op het moment van aanvragen heb je nog geen kosten gemaakt.
  5. Stuur ons een verslag.
Inzendtermijn

De inzendtermijnen zijn 1 maart en 1 oktober. Het bestuur besluit over toekenning en streeft ernaar om 1 maand later te laten weten of je in aanmerking komt voor het Stipendium.

Aanvragen

Download het aanvraagformulier. Stuur het ingevulde formulier naar  bottelier@knbv.eu Je kunt bij hem ook terecht voor meer informatie.

Download the application form (English). Please submit the completed form to bottelier@knbv.eu

Declareren

Ben je klaar met je onderzoek? Download het declaratieformulier

Finished your work? Declaration form Stipendium Bottelier

Andere fondsen

Voldoet je voorstel niet aan onze richtlijnen, dan kun je misschien terecht bij het Hugo de Vries Fonds.

Recent ondersteund onderzoek

Eka Cahyaningrum – Vanilla Undercover: Shade-tree Effect on Vanilla Yield in Madagascar

Wageningen University and Research

Vanilla is one of the agroforestry commodities that are relatively tolerant of tree canopy. Unlike some other agroforestry commodities, such as coffee and cocoa, which require an open canopy, vanilla can grow under increasingly dense canopy. Research by Martin et al. (2021) states that canopy cover shade tree growth is relatively neutral to yield, thereby potentially supporting forest regeneration. However, there are still gaps in our knowledge, particularly regarding changes over time and the influence of shade tree management. This study was conducted to address these gaps and better understand how vanilla agroforestry contributes to forest restoration. The study aims to evaluate the relationship between vanilla yield, canopy cover, canopy height, planting density, and land-use history in Madagascar’s vanilla agroforestry. It will use a time-series approach and use the study by Martin et al. (2021) as the baseline. Data collection will be conducted from September to December 2025 in 10 villages in the SAVA Region in northeastern Madagascar. Parameters measured include canopy cover size, shade tree height and nativeness, agroforest size and age, planting density, and vanilla yield. Statistical analysis and comparison with relevant literature will be conducted to support subsequent reports or thesis writing.

Yukie Yokoyama – Ecological Recovery through Frugivores in Madagascar

Wageningen University and Research

Madagascar is one of the world’s top biodiversity hotspots, yet its ecosystems face growing pressure from anthropogenic activities to meet livelihood needs (Elmqvist et al., 2007; Ralimanana et al., 2002). With one-third of households’ dependent on forests for their livelihoods, forest restoration is essential for sustainable development (IIED & Foniala, 2008). Forests play a critical role in sustaining biodiversity, regulating climate, and providing essential Nature’s Contributions to People (NCPs). To enhance both long-term social and ecological forest restoration effectiveness, solution oriented research is needed to design restoration interventions that equitably deliver multiple locally demanded NCPs (Löfqvist et al., 2023).

This study aims to assess how forest restoration influences forest recovery and ecological function by looking at frugivore density and richness across different forest types and forest characteristics. 

This will be assessed through the following research questions:

  1. How do different forest typologies (humid, dry and transitional) influence frugivore density and richness across restored forest sites?
  2. How does forest structure influence frugivore density and richness within restored forest sites?

My research will be conducted over 60 days in two regions of Madagascar and will be deploying artificial fruits, together with camera traps, as aproxy of frugivore density and taxa richness.

Bianka Fábryová – The role of forest landscape in shaping seed communities in naturally regenerating secondary tropical forests

Wageningen University and Research

Natural forest regeneration represents a promising solution for ecological restoration of tropical forests. In this study, we analyzed the impact of surrounding forest landscape on the seed rain of woody plants in naturally regenerating secondary tropical forests. We collected seeds using seed traps in early successional plots across wet and dry tropical forests in southern Mexico. To characterize the surrounding forest landscape, we used Landsat satellite time series and the AVOCADO algorithm to map forest cover characteristics. Our results suggest that older successional forests in the surrounding landscape are essential for enhancing seed richness. Furthermore, well-connected forests may be more important in wet tropical forests dominated by biotically dispersed seeds, whereas more open landscapes may play a greater role in dry tropical forests dominated by abiotically dispersed seeds. Therefore, considering the successional stage of the surrounding forest landscape and adopting region-specific conservation plans are pivotal when aiming to naturally regenerate degraded landscapes.

Sander de Hoop – Kleurvoorkeur van Mediterraanse Glaphyridae kevers

Rijksuniversiteit Groningen

Bloemplanten en bestuivers zijn in de loop van hun co-evolutie afhankelijk van elkaar geworden voor voedsel en voortplanting. Tijdens dit proces hebben bloemplanten en insecten elkaars fysieke eigenschappen beïnvloed, zoals bloemkleur. Rode bloemen zijn in Europa zeldzaam, omdat de meeste bestuivende insecten hier de kleur rood niet kunnen zien. Toch zijn er uitzonderingen, zoals rode klaprozen. Maar hoe kregen klaprozen hun rode kleur, als er in Europa nauwelijks bestuivers zijn die deze kleur kunnen zien? Klaprozen komen oorspronkelijk uit het Oostelijke Middelandse-Zeegebied, waar ze voornammelijk worden bestoven door kevers in de famillie Glaphyridae, die wel de kleur rood kunnen zien. Toch is er nog veel onbekend over deze relatie. Glaphyridae kevers worden namelijk ook vaak gevonden in bloemen met andere kleuren, zoals geel. Tijdens mijn project heb ik kleurvoorkeur in Glaphyridae kevers onderzocht in Griekenland. Dit deed ik door de kevers in een doorzichtige tent los te laten met gele, rode en oranje stimuli. De kevers hadden een voorkeur voor de oranje stimuli, terwijl oranje bloemen niet voorkomen in hun leefgebied. Dit resultaat laat zien dat de selectie van rode bloemen door hun voornaamste bestuivers mogelijk ingewikkelder ligt dan voorheen werd gedacht.

Peter Sintenie – Soil properties and applications for the backwaters of the Spanish Lagoon, Aruba

WUR

Het Spaans Lagoen is een mangrove ecosysteem op Aruba, en vormt een belangrijke bron voor biodiversiteit, koolstofvastlegging en een kraamkamer voor vissen in de open zee. Door erosie van omringende heuvels is het lagoen door de jaren heen dicht geslibt met sediment. Hierdoor is het water ondieper geworden, wat ongunstig is voor de mangroves. Wanneer de sedimenten verder uitspoelen naar de zee kunnen deze ook koraalriffen schaden.

Om de hydrologie van het Spaans lagoen te herstellen worden sedimenten afgegraven uit de achterwateren (Backwaters). Samen met Jelle Kok heb ik onderzocht wat de bodemkundige eigenschappen van deze sedimenten, en waar deze mogelijk kunnen worden ingezet:

De sedimenten in het lagoen zijn extreem zijn, arm aan stikstof en fosfor; en de textuur is hoofdzakelijk kleiige modder. Onze experimenten laten zien dat de sedimenten effectief kunnen worden ontzout met zoet water. Verder kan de bodem mogelijk worden verbeterd door het toevoegen van organische stof en door levende planten. Ons onderzoek heeft uitdagingen aan het licht gebracht, die eerst werden onderschat.

Nemi Dorst – Exhaled breath analysis of volunteers exposed to outdoor allergenic pollen

Universiteit Leiden en Naturalis Biodiversity Center

De aarde warmt op door klimaatverandering. Vooral in grijze, versteende steden stijgen temperaturen snel. Bomen en andere planten bieden verkoeling door schaduw, maar kunnen met hun pollen ook hooikoorts veroorzaken. Binnen het NWA gefinancierde BENIGN project onderzochten we met een citizen science project in Leiden wat het effect van lokale allergene planten is op hooikoortsklachten. Aangeplante en wilde flora in Leidse straten is in kaart gebracht. 55 vrijwilligers met en zonder hooikoorts wandelden vóór en na het bloeiseizoen door straten met allergene planten. Tijdens de wandeling is pollen in de lucht bemonsterd en op naam gebracht en geteld met automatische beeldherkenning en DNA metabarcoding. Hooikoortsklachten van deelnemers werden vastgelegd met enquêtes. Uitgeademde lucht werd opgevangen en chemisch geanalyseerd in het Life Science Trace Detection Laboratory in Nijmegen door Joris Meurs en MSc studenten. Deze nieuwe methode kan uitgeademde lucht van hooikoortspatiënten onderscheiden van een controlegroep als er allergeen pollen in de lucht is. We identificeerden 33 potentiële biomarkers waarmee hooikoortsklachten gekwantificeerd kunnen worden zonder noodzaak van een bloedtest. Met de resultaten zullen gemeenten geadviseerd worden om slimmere keuzes te maken bij inrichting van stedelijk groen ter bevordering van de volksgezondheid.

2012

Luipaarden en Vegetatie

Martine Kalisvaart en Timon Pieck gingen naar Zuid-Afrika. Met het Stipendium Bottelier deden zij onderzoek naar de relatie tussen vegetatie en luipaarden.

2011

Reconciling higher cacao productivity with forest biodiversity conservation: what are the opportunities and management implications?

André van den Beld is in Ghana (en Congo) geweest voor een onderzoek naar biodiversiteitsvriendelijke manieren om cacao te produceren.

The impact of elevated atmospheric nitrogen deposition on biological N-fixation in boreal peatlands

Jacqueline Popma was in de VS en Canada om onderzoek te doen naar stikstofdepositie in venen.